Martinus Nijhoff - Zingende soldaten
Zingende soldaten
De keien zijn zo puntig op de straten:
Blonde soldaten, doen je voeten pijn,
Smoor je verdriet met een naief refrein:
'Marie, Marie, ik moet je gaan verlaten.'
Wij zien vooruit naar 't verre doel der torens
En lopen met z'n vieren naast elkaar.
Melancholie, uw vondsten zijn bizar:
'De duivel heeft twee hoeven en twee horens.'
Waar is de tamboer, waar is de muziek?
God heeft ons op den weg alleen gelaten,
Ons lijf gaat breken en ons hart is ziek -
Zingt van een ring en van liefde en van smart,
Zingt van verachting voor een paar granaten!
Een goed soldaat heeft een groot kinderhart.
Martinus Nijhoff
De keien zijn zo puntig op de straten:
Blonde soldaten, doen je voeten pijn,
Smoor je verdriet met een naief refrein:
'Marie, Marie, ik moet je gaan verlaten.'
Wij zien vooruit naar 't verre doel der torens
En lopen met z'n vieren naast elkaar.
Melancholie, uw vondsten zijn bizar:
'De duivel heeft twee hoeven en twee horens.'
Waar is de tamboer, waar is de muziek?
God heeft ons op den weg alleen gelaten,
Ons lijf gaat breken en ons hart is ziek -
Zingt van een ring en van liefde en van smart,
Zingt van verachting voor een paar granaten!
Een goed soldaat heeft een groot kinderhart.
Martinus Nijhoff
Vorm:
Het gedicht is opgebouwd uit vier strofes, elk bestaand
uit vier verzen. Wat opvalt is een vast rijmschema, namelijk een omarmende
rijm. Het rijmschema werkt volgens de volgorde: ABBA CDDC EAE FAF. Verder merk
ik geen specifieke aspecten aan het gedicht op.
Inhoud:
Dit gedicht werd tijdens de eerste wereldoorlog
geschreven, namelijk in 1916. Vandaar ook de titel ‘Zingende soldaten’, de
setting is onmiddellijk geplaatst. Nijhof zelf zat zelf ook in het leger
tijdens deze periode, wat zijn betrokkenheid des te groter maakt. De feiten die
hij hier in dit gedicht vermeldt, zijn dus grondig onderbouwd en niet uit het
wilde weg gegrepen, hij heeft het zelf namelijk allemaal meegemaakt. Zijn hart
en ziel legde hij erin, dat kan ook nauwelijks anders na zo’n traumatische ervaringen.
Oorlogen doen rare dingen met mensen.
Maar wat gebeurt er nu net in dit gedicht en wat bedoelt
hij hier nu mee? Wel, gedurende de eerste strofe marcheren de soldaten door de
straten. Hun voeten doen pijn door het lang wandelen en de puntige keien. Ook
moet er afscheid genomen worden van de geliefden, hier is dat ‘Marie’.
De tweede strofe gaat over de bestemming waar ze heen
marcheren. Hun doelen zijn de verre torens, waar de vijand zich waarschijnlijk
verschuilt, er wordt namelijk gesproken over de ‘duivel’.
Ze marcheren per vier, naast elkaar en ze zingen
voortdurend, zo komen ze de dag door, ze sleuren er zich wel door. Eerst wordt
er achteruit gekeken, naar wat ze allemaal moeten achterlaten. Daarna zijn ze allen
met hun ogen op hun doel gericht.
In de derde strofe valt het hen zwaar, ze hebben het
gevoel in de steek gelaten te zijn door God. Ze zijn bang, ‘hun lijf gaat
breken en hun hart is ziek’. Tot slot keren
ze zich in de vierde strofe terug naar het zingen. ‘Zing van een ring en van
liefde en van smart’ verwijst naar hun geliefden, die ze jammer genoeg moesten
achterlaten, terwijl ‘zing van verwachting voor een paar granaten’ zich
helemaal op de vijand stort. Ze zijn er klaar om de confrontatie aan te gaan.
Eindigen doet het gedicht met de slotzin: ‘Een goed
soldaat heeft een groot kinderhart’, dit kan verwijzen naar de naïeve onschuld
van een kind, eerlijkheid. Dit staat dan wel in contrast met de oorlog. De zo gezegde onschuldige kinderharten, op oorlogspad, klaar om de strijd aan te
gaan met de vijand en te vechten tot de dood. Volgens mij verwijst dit
kinderhart eerder naar de liefde voor hun geliefden, de personen die ze
achterlaten en voor altijd in hun hart zullen koesteren.
Er bestaan vele oorlogsgedichten, maar deze is
toch anders dan de anderen vind ik. Ik kan niet goed verklaren waarom, maar het
raakt mij. Het heeft een stukje in mijn hart weggenomen. Toen ik het voor het
eerst las, wist ik onmiddellijk dat dit het gedicht was dat ik als laatste zou
willen bespreken, en vandaar mijn keuze.
Tot slot koos ik een sprekende afbeelding die volgens mij perfect bij dit gedicht past. "In war, truth is the first casualty", een quote dat klopt als een bus. In de oorlog is de waarheid altijd het eerste slachtoffer. De soldaten in het gedicht hebben waarschijnlijk geen flauw idee wat er hen te wachten staat, tot als ze de waarheid onder ogen komen. De vijand staat hen op te wachten en het zal uitdraaien op een bloedbad. En inderdaad, opnieuw zal de dood zegevieren en opnieuw zal de waarheid als eerste vallen. Zij zal zich als eerste tot het rijk der doden keren.
Judith Herzberg - Een kinderspiegel
Een kinderspiegel
'Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaienpootjes om mijn ogen.
Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.
Ik neem een hond, drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.
Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.'
Judith Herzberg (1934)
'Als ik oud word neem ik blonde krullen
ik neem geen spataders, geen onderkin,
en als ik rimpels krijg omdat ik vijftig ben
dan neem ik vrolijke, niet van die lange om mijn mond
alleen wat kraaienpootjes om mijn ogen.
Ik ga nooit liegen of bedriegen, waarom zou ik
en niemand gaat ooit liegen tegen mij.
Ik neem niet van die vieze vette
grijze pieken en ik ga zeker ook niet
stinken uit mijn mond.
Ik neem een hond, drie poezen en een geit
die binnen mag, dat is gezellig,
de keutels kunnen mij niet schelen.
De poezen mogen in mijn bed
de hond gaat op het kleedje.
Ik neem ook hele leuke planten met veel bloemen
niet van die saaie sprieten en geen luis, of zoiets raars.
Ik neem een hele lieve man die tamelijk beroemd is
de hele dag en ook de hele nacht
blijven wij alsmaar bij elkaar.'
Judith Herzberg (1934)
Dit gedicht, geschreven door Judith Herzberg, sprong mij
direct in het oog. Waarom? Het werd namelijk geschreven door een vrouw. Niet
dat dat zo iets bewonderenswaardig is, maar in deze harde dichterswereld,
meestal geleid door mannen, valt het wel op als je eens een vrouwelijke dichter
voorbij ziet komen.
Vorm:
Het gedicht is opgebouwd uit vier strofen. Er komen
enkele alliteraties voor, bijvoorbeeld ‘vieze, vette grijze pieken’, hier staat
de ‘v’-alliteratie centraal. Ook wordt de ‘ie’-klank hier benadrukt.
Het valt ook op dat het woord ‘neem’ wel regelmatig
voorkomt, net zoals het woord ‘hele’.
Vele losse conclusies maar een rijmschema lijk ik er,
jammer genoeg, niet in terug te vinden.
Inhoud:
Het gedicht op zich is zeer mooi geschreven vind ik. Het
lijkt wel geschreven door de ogen van een klein jong meisje, je kent het wel,
zo eentje dat super graag prinses zou willen worden later. Zij beschrijft hoe
zij haar gracieuze toekomst ziet. Spataders, een onderkin of rimpels? Neen, dat
zit er niet in. Zij gaat voor de blonde krullen, een frisse adem en vele
huisdieren. Typische gedachten van een jong meisje vol met grote dromen, dat
zijn het. De titel van het gedicht ‘Kinderspiegel’ verwijst naar de jonge,
frisse blik dat zij op de wereld en haar toekomst heeft.
De spiegel staat niet alleen symbool voor de
weerspiegeling van de ziel, maar ook voor de weerspiegeling van de omgeving waarin
je je in bevindt. Dit spiegelbeeld geeft ons de verwachtingen, de hoop, de
wensen en dé ideale ‘ik’ weer. Het meisje weigert deel te nemen aan het
verouderingsproces, zij wil niet een verrimpeld oud vrouwtje worden, de energie
van haar ziel zal volgens haar een leven lang bruisen. Zij beeldt zich een leven
in, vol van plezier en romantiek. Dat blijkt uit haar kinderlijke wens een
lieve, beroemde man tegen te komen en met hem een sprookjeshuwelijk te beleven.
Haar kinderlijke gedachtegang neemt soms ook de
overhand. Niet alles klopt volledig, er houden zich enkele contradicties
schuil, bijvoorbeeld het feit dat de geit zomaar zijn behoeften mag doen in huis,
maar de hond die dan wel netjes op het kleedje moet slapen. Maar dit zijn nu juist aspecten dat het
gedicht kleuren, op een goede manier, het heeft iets kinds, iets speels en dat
spreekt mij ook enorm aan in dit gedicht.
Passende afbeelding:
Deze afbeelding leek mij enorm van toepassing te zijn op dit gedicht, omdat je er een meisje in kan herkennen, een meisje dat zichzelf aanschouwt in de spiegel. Haar spiegelbeeld toont ons een sprookjesachtige omgeving, net zoals in de gedachten van het meisje uit ons gedicht. Een meisje dat mentaal voor eeuwig jong zal.
Graag zou ik willen afsluiten met deze prachtige quote: "Life without dreaming, is a life without meaning".
Jotie 'T Hooft - Eenhoorn
Eenhoorn
Here, zonder naam en zonder gezicht
Zie vanuit den hoge
Op uw droeve eenhoorn neer
Die danig hunkert naar uw licht,
Die sierlijk door de wouden dwaalt
Maar bladeren geen voedsel vindt,
die voor de poort der doden draalt,
Allen bladeren op uw wind.
Here, zonder handen zonder stem
Snij de lichtlans van zijn voorhoofd
En vang hem in uw stalen klem
Voor de wereld hem de glans ontrooft,
Lok hem langs de stapsteen sterven,
Niet als anderen domweg gedoofd
Maar rein, vrij van bederven
Langs de kruisweg waar hij in gelooft.
Jotie T'Hooft (1956-1977)
Here, zonder naam en zonder gezicht
Zie vanuit den hoge
Op uw droeve eenhoorn neer
Die danig hunkert naar uw licht,
Die sierlijk door de wouden dwaalt
Maar bladeren geen voedsel vindt,
die voor de poort der doden draalt,
Allen bladeren op uw wind.
Here, zonder handen zonder stem
Snij de lichtlans van zijn voorhoofd
En vang hem in uw stalen klem
Voor de wereld hem de glans ontrooft,
Lok hem langs de stapsteen sterven,
Niet als anderen domweg gedoofd
Maar rein, vrij van bederven
Langs de kruisweg waar hij in gelooft.
Jotie T'Hooft (1956-1977)
Vorig jaar besproken we al reeds de dichter Jotie T’Hooft. Vanaf dat
moment intrigeerde hij me al. Zijn naslagwerken hebben iets duisters, donkers
en mysterieus, wat mij enorm aanspreekt. Zijn emoties worden zo mooi uitgewerkt
in zijn gedichten. Dat hij zich niet thuis voelt op deze wereld, is wel vrij
duidelijk en ik denk dat iedereen zich wel al eens zo voelt. Het is niet
vanzelfsprekend dat we al zijn gevoelens onmiddellijk begrijpen, maar ik denk
dat iedereen zich wel (met mate) kan identificiëren in zijn stukken, wat zijn
werken wel universeel maakt. Mede door deze universaliteit voel ik mij steeds
meer aangesproken tot zijn werken.
Bespreking:
Vorm: het gedicht volgt een rijschema volgens ABCA
DEDE FGFG HIHI. We vinden
vier kwatrijnen terug met een gekruist rijm. In de eerste en de derde strofe
begint T’Hooft telkens met een aanspreking, namelijk ‘Here’.
Inhoud: Dit gedicht heeft een indrukwekkende,
diepe inhoud. De titel ‘Eenhoorn’ is een verwijzing naar zichzelf. Hij
vergelijkt zichzelf met een magisch, prachtig, paard-achtig dier, net zoals in
de mythes. Dit mythologisch dier kenmerkt ‘zuiverheid’. In andere opzichten
wordt een eenhoorn ook wel eens als een synoniem voorgesteld voor ‘Christus’,
zoon van God. Uit onderzoek kwam ik te weten dat Jotie zich als het ware als
een uitverkorene voelde van de onbereikbare God. Hij had een totaal ander
mensbeeld voor ogen dan dat hij uiteindelijk voorgeschoteld kreeg. Hij leidde
een leven vol depressies, mentale tegenslagen en voelde zich niet thuis is deze
wrede wereld. Hij pleegde zelfs zelfmoord, toen was hij amper 21 jaar oud...
Als ‘eenzame,
droeve eenhoorn’ spreekt hij de heer aan, naar wie hij zo opkijkt. Hij smeekt
hem, hem te helpen uit deze uitzichtloze situatie. Hij wil niets liever dan
opgenomen te worden in het fantastische, goddelijke koninkrijk. Als eenhoorn dwaalt hij voor de ‘poort der
doden’, wachtend op een veel betekenend teken van God. De eenhoorn staat dus
symbool voor zijn isolatie in deze (voor hem afschuwelijke) wereld.
Passende afbeelding:
Ik heb enorm lang gezocht naar een passende foto voor dit
gedicht. Ik had totaal geen idee welke kant ik op wou gaan met dit werk.
Uiteindelijk koos ik voor deze veelzeggende foto dat gepaard gaat met een
bijpassende quote. “I’m not living, I’m just surviving”. Deze quote is enorm
toepasselijk, deze woorden zouden evengoed uit de mond van ’T Hooft kunnen
komen. Hij voelde zich nooit echt thuis op deze grote wereld, hij leefde echter in zijn eigen wereldje en zag zichzelf liever aan God’s zijde, daarom koos ik
voor deze afbeelding. Jotie is een bewonderenswaardig persoon en daarmee zou ik
graag willen afsluiten.
Nick
19/03/15
Hugo Claus - Envoi
ENVOI
Mijn verzen staan nog wat te gapen.
Ik word dit nooit gewoon.
Zij hebben hier lang genoeg gewoond.
Genoeg.
Ik stuur ze 't huis uit,
ik wil niet wachten tot hun tenen koud zijn.
Ongehinderd door hun onhelder misbaar
wil ik het gegons van de zon horen
of dat van mijn hart, die verraderlijke spons die verhardt.
Mijn verzen neuken niet klassiek,
zij brabbelen ordinair of brallen al te nobel.
In de winter springen hun lippen,
in de lente liggen zij plat bij de eerste warmte,
zij verzieken mijn zomer
en in de herfst ruiken zij naar vrouwen.
Genoeg. Nog twaalf regels lang op dit blad
hou ik ze de hand boven het hoofd
en dan krijgen zij een schop in hun gat.
Ga elders drammen, rijmen van een cent,
elders beven voor twaalf lezers
en een snurkende recensent.
Ga nu, verzen, op jullie lichte voeten,
jullie hebben niet hard getrapt op de oude aarde
waar de graven lachen als zij hun gasten zien,
het ene lijk gestapeld op het andere.
Ga nu en wankel naar haar
die ik niet ken.
© HUGO CLAUS 1929/2008
Ik word dit nooit gewoon.
Zij hebben hier lang genoeg gewoond.
Genoeg.
Ik stuur ze 't huis uit,
ik wil niet wachten tot hun tenen koud zijn.
Ongehinderd door hun onhelder misbaar
wil ik het gegons van de zon horen
of dat van mijn hart, die verraderlijke spons die verhardt.
Mijn verzen neuken niet klassiek,
zij brabbelen ordinair of brallen al te nobel.
In de winter springen hun lippen,
in de lente liggen zij plat bij de eerste warmte,
zij verzieken mijn zomer
en in de herfst ruiken zij naar vrouwen.
Genoeg. Nog twaalf regels lang op dit blad
hou ik ze de hand boven het hoofd
en dan krijgen zij een schop in hun gat.
Ga elders drammen, rijmen van een cent,
elders beven voor twaalf lezers
en een snurkende recensent.
Ga nu, verzen, op jullie lichte voeten,
jullie hebben niet hard getrapt op de oude aarde
waar de graven lachen als zij hun gasten zien,
het ene lijk gestapeld op het andere.
Ga nu en wankel naar haar
die ik niet ken.
© HUGO CLAUS 1929/2008
Bespreking:
Uren en uren
lang zong ik het lied ‘Envoi’ ,van Absynthe Minded, luidkeels mee, zonder eigenlijk te
weten van waar het lied eigenlijk komt of wat de lyrics nu exact betekenen.
Eigenlijk kwam ik onverwachts te weten dat het eigenlijk gebaseerd is op een
bekend gedicht, geschreven door de fenomenale, Vlaamse dichter ‘Hugo Claus’.
Een kennis vertelde me dat ik zeker het oorspronkelijk, in het Nederlands
geschreven, gedicht eens moest opzoeken. Ik was ronduit verbaasd dat er een flagrante
gelijkenis bestond tussen dit ‘poppy’ liedje uit 2005 en het gedicht van Claus
uit 1985.
Een
duidelijk rijmschema lijk ik niet echt terug te vinden in het gedicht. Het
enige wat iets wegheeft van een rijmschema is de derde strofe misschien, een
rijm volgens: ABACDC.
Qua inhoud is dit een heel
ander verhaal. Het is namelijk een gedicht vol met beeldspraak en passie, een
gedicht waar een ziel in zit, het leeft bij wijze van spreken. Als je voor de
eerste keer de lyrics doorleest, merk je al veel interessante verzen op, maar
je kan e niet goed plaatsen. Ja, het gaat natuurlijk over de gedachten, de
verzen in zijn gedachten, die hij absoluut aan iemand kwijt wil. Ook worden de
seizoenen vakkundig bovengehaald, maar er mist nog wat onderzoek, eerdat je
alles voor 100% wil begrijpen, en dat heb ik ook gedaan. Na mijn mini-onderzoek
gedaan te hebben kwam ik tot volgende conclusies. 'Hij beschrijft met
veel humor waar hij zijn inspiratie haalt, hoe hij zijn ideeën kanaliseert en
hoe hij de verzen soms beu is en van zich af wil schrijven. Maar bovenal is het
een blij gedicht’, vertelt Bert Ostyn ons, de
frontman van Absynthe Minded. Het gedicht heeft iets brutaal, iets cynisch
maar evenzeer vol passie. Het valt te interpreteren als een vorm van
eerherstel.
“De titel ‘Envoi’ kwam ik al
eens tegen tijdens de lessen Nederlands in het vijfde middelbaar. Het verwijst
naar een middeleeuwse term dat als betekenis ‘een dichtvorm, speciaal bedacht om
er verzuchtingen in te pakken’ heeft. De dichter richtte zijn smeekbede tot een
niet bestaand personage dat in staat in om zijn wensen in vervulling te laten
gaan”.
Bron definitie 'envoi’: http://wouter7.blogspot.nl/2009/11/envoi-hugo-claus-absynthe-minded.html
Passende afbeelding:
Vervolgens koos ik een
afbeelding, dat volgens mij wel vrij passend aansluit bij dit gedicht én lied.
Deze zwart-witte portretfoto
van Hugo Claus 'himself', beschrijft mooi zijn gelaatsuitdrukking, of juist het
gebrek eraan. Hij denkt namelijk diep na over deze diepliggende verzen die hij
graag uit zijn systeem zou hebben. Hij moet ze kwijt. Hij is de verzen beu en wil
er van af. Alleen is de vraag ‘Hoe?’.
Deze foto zegt o zo veel, maar
langs de andere kant weer o zo weinig, het intrigeert mij enorm. Hij lijkt in
de war te zijn, maar ook weer niet. Ik weet niet juist waarom, maar ik heb het
gevoel dat deze foto écht bij dit gedicht past, vandaar mijn keuze.
Om af te sluiten zou ik graag nog de video van 'Envoi', gespeeld door Absynthe Minded, hieronder willen plaatsen. Ik zou zeggen, sluit je ogen een paar minuutjes en geniet!
18/03/15
Nick
Hugo Claus - De moeder
De moeder
Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde.
Toen gij schreeuwde en uw vel beefde
Vatten mijn beenderen vuur.
Toen gij schreeuwde en uw vel beefde
Vatten mijn beenderen vuur.
Mijn moeder, gevangen in haar vel,
Verandert naar de maat der jaren.
Verandert naar de maat der jaren.
Haar oog is licht, ontsnapt aan de drift
Der jaren door mij aan te zien en mij
Haar blijde zoon te noemen.
Der jaren door mij aan te zien en mij
Haar blijde zoon te noemen.
Zij was geen stenen bed, geen dierenkoorts,
Haar gewrichten waren jonge katten,
Haar gewrichten waren jonge katten,
Maar onvergeeflijk blijft mijn huid voor haar
En onbeweeglijk zijn de krekels in mijn stem.
En onbeweeglijk zijn de krekels in mijn stem.
‘Je bent mij ontgroeid’, zegt zij traag mijn
Vaders voeten wassend, en zij zwijgt
Als een vrouw zonder mond.
Vaders voeten wassend, en zij zwijgt
Als een vrouw zonder mond.
Toen uw vel schreeuwde vatten mijn beenderen vuur.
Gij legde mij neder, nooit kan ik dit beeld herdragen,
Ik was de genode maar de dodende gast.
Gij legde mij neder, nooit kan ik dit beeld herdragen,
Ik was de genode maar de dodende gast.
En nu, later, mannelijk word ik u vreemd.
Gij ziet mij naar u komen, gij denkt: ‘Hij is
De zomer, hij maakt mijn vlees en houdt
De honden in mij wakker.’
Gij ziet mij naar u komen, gij denkt: ‘Hij is
De zomer, hij maakt mijn vlees en houdt
De honden in mij wakker.’
Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.
In mij vergat uw leven wentelend, gij keert
Niet naar mij terug, van u herstel ik niet.
Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde.
In mij vergat uw leven wentelend, gij keert
Niet naar mij terug, van u herstel ik niet.
Hugo Claus (1955)
Bespreking:
Dit gedicht is geadresseerd aan de
moeder van Claus. Het gaat over haar eigen leven en de rol die haar opgroeiende
kind hier in speelt. Maar het wordt vertelt vanuit het standpunt van het kind.
Qua vorm is er niet echt een passend
rijmschema aanwezig, buiten hier en daar een binnenrijm zoals ‘licht – drift’
en ‘schreeuwde – beefde’.
In de eerste strofe van het gedicht
beschrijft Claus de bevalling van zijn moeder en dus zijn geboorte. Hij doet
dit op een eerder ‘subtiele’ manier. Bijvoorbeeld: “Toen gij schreeuwde en uw
vel beefde, vatten mijn beenderen vuur”. Dit is een verwijzing naar een
bevalling.
Tijdens de tweede strofe vermeldt hij
het verouderen van zijn moeder, haar aftakeling. Dit kunnen we afleiden uit “gevangen
in haar vel, verandert naar de maat der jaren”.
In de derde strofe blijkt dat ze
helemaal aan het aftakelen is. Zij is moe, zij is op, zij is leeg.
In de vierde strofe gaat het erover
dat ze zich ontgroeid voelt van haar zoon. Ze is zodanig oud geworden en de
tijd vliegt snel voorbij.
In de vijfde strofe is er opnieuw een
verwijzing naar zijn geboorte. Hij is haar hier zeer dankbaar voor. Een kind
vraagt veel tijd van een ouder, en dit is ook vaak dodend, heel vermoeiend.
Hier verwijst ze ook naar met de vers
“Ik was de genode maar dodende gast”.
Het voelt alsof het gedicht heel
somber en triest geworden is, maar opeens draait Claus met de wind. Het gedicht
gaat over van iets negatiefs naar iets positiefs.
In strofe zes namelijk, benadrukt zij
dat hij haar energie geeft, hij houdt haar jong en levendig. Dit toont ze aan
met de vers “Hij houdt de honden in mij wakker”.
Tot slot, in de zevende strofe,
verklaart hij zeer dankbaar is voor alles wat hij ooit van haar leerde, dit zal
hij nooit vergeten. Ook al zijn ze niet samen, hij zal haar nooit vergeten.
Het afscheid is pijnlijk. “Van u
herstel ik niet”.
Ik koos dit gedicht van Hugo Claus, omdat ik het juist zo'n mooi gedicht vind. Vorig jaar besproken we ook al enkele werken van Claus, en ook toen al vond ik hem zeer intrigerend. Zijn manier van schrijven spreekt mij enorm aan, volgens mij is hij een genie. Hij verwoordt perfect wat hij juist wil zeggen of wil overdragen aan zijn publiek. Daarom vond ik het wel een goed idee om één van zijn werken te bespreken op mijn blog.
Bijpassende foto:
Ik vond deze foto wel vrij toepasselijk bij het gedicht.
Je ziet een oudere vrouw, die helemaal aan het aftakelen is. Zij doet me denken aan de moeder van Claus. De ouderdom kruipt zachtjes en langzaam dichterbij, de rimpels breiden zich uit, lichte puntjes verschijnen in de ogen.
Ze gaat achteruit, maar toch heeft ze een lachje op haar gezicht. Dit allemaal door haar zoon die het goede in haar doet overwinnen, wie de honden in haar wakker houdt, wie haar alert zal doen blijven.
Ik koos deze foto, niet alleen omdat hij zo goed bij gedicht past, maar ook gewoon omdat deze foto mij intrigeert en aanspreekt. Ik hou van deze fotografiestijl, zo mysterieus.
15/11/14
Nick
15/11/14
Nick





Geen opmerkingen:
Een reactie posten