Literaire Bouwstenen


De Engelenmaker


Bouwsteen: Hoofdthema, subthema’s en grondmotief doorheen het boek bespreken.


Het hoofdthema in ‘De Engelenmaker’is volgens mij de eeuwenlange strijd tussen goed en kwaad.
Ook religie en geloof spelen een grote rol in het boek en zouden dus ook aanschouwd kunnen worden als hoofd-/subthema’s.
‘God geeft en God neemt’, een zin dat een paar keer voorkomt in het verhaal en dat overduidelijk toepasbaar is op het leven van Victor Hoppe en zijn geliefden. Al van jongs af aan ontwikkelt Victor een enorme haat tegenover God. Niet tegenover Jezus, neen, alleen God. De oorzaak hiervan zijn zijn ouders, zij hebben hem namelijk op een zeer jong leeftijd laten interneren in een psychiatrische instelling. Zij zagen het niet zitten om voor een kind te zorgen dat geboren werd met een hazenlip en een lichte vorm van autisme. Zijn moeder was op de koop toe ook nog eens depressief, wat hun beslissing om Victor te ‘dumpen’ enigszins vergemakkelijkte.

Victor aanschouwt zijn vader als God en zichzelf als Jezus. God liet Jezus in de steek op het moment wanneer Jezus hem het hardst nodig had, net zoals zijn vader hem in de steek liet. Hij verafschuwt alles wat maar een beetje katholiek getint is (in verband met God), daardoor wordt de Rooms-Katholieke kerk maar lelijk afgeschilderd gedurende het boek. In de instelling sluit hij zich volledig af van alle zusters, hij wil niets met hen te maken hebben. Slechts één zuster kan tot hem doordringen, namelijk zuster Marthe, zij weet Victor’s vertrouwen te winnen. In het begin dacht iedereen dat hij doofstom was, dat hij niet kon praten. Maar hij had juist het gevoel dat hij niets te zeggen had. Enkel tegen zuster Marthe wou hij zijn ziel blootstellen, daarom was zij ook degene die ondervond dat hij wel degelijk kon praten, en dus niet doofstom was. Na de onmenselijke, wrede abortus met de breinaald vertelde Marthe: ‘God geeft en God neemt..’, een zinnetje dat hem een leven lang bij zal blijven.

Hoppe is vastberaden dat hij ooit wraak zal nemen op deze kwaadaardige God, hij moet en zal hem een lesje leren en is hier ook zeer gefixeerd op. Dit wordt één van de drijfveren in zijn leven, wat er voor zal zorgen dat hij de persoon geworden is die hij op het einde van zijn leven was.
Zijn haat weerspiegelt zich in vele aspecten, bijvoorbeeld in de opvoeding van zijn drieling. Mevrouw Maenhout (alias: ‘de nanny’) mag vertellen en voorlezen uit de Bijbel, maar alleen de stukken dat te maken hebben met Jezus en zijn entourage, niet met God.

In het boek houden zich ook enkele subtiele, Bijbelse verwijzingen schuil.  Zo is er een persoon in het verhaal, genaamd ‘Jozef Zimmerman’, hij maakt kennis de gekloonde kinderen in het eerste deel. Zijn naam is afgeleid van het bekendste Bijbelse verhaal, namelijk dat van Jozef en Maria. Jozef was in het Bijbelverhaal timmerman  van beroep. De verwijzing ‘Zimmerman’ - ‘Timmerman’ is vrij duidelijk.
Ook beëindigt Hoppe zijn leven door zich te kruisigen, net zoals Jezus aan zijn einde kwam. De eeuwige vereenzelviging met Jezus ligt er vingerdik op gedurende het verhaal.


Een tweede thema in het boek is de wetenschap natuurlijk. Dit zou ik niet echt beschouwen als hét hoofdthema, maar eerder als een vrij groot subthema. De wetenschap speelt een grote rol gedurende het boek. Hoppe krijgt de kans te gaan studeren in het middelbaar en hij kiest voor de studierichting embryologie. Zo groeit zijn interesse in het klonen en het experimenteren met embryo’s.

Wanneer hij een kaartje ontvangt van de wetenschapper Rex Cremer (na zijn eerste geslaagde experiment met de muizen), waarop de tekst staat, dat hij God het nakijken heeft gegeven, groeien zijn duivelse plannen om mensen te  gaan klonen. Het gaat hem echter niet om de roem en de bekendheid, maar om het aangaan van de strijd met God. Het klonen staat totaal in contrast met de ideologieën van het christendom. En dat triggert juist zijn motivatie. Hij maakt fouten, menselijke fouten maar uiteindelijk heeft hij wel het gevoel God te slim af te zijn. Zijn interesses groeien, zijn drang God te verslaan maakt hem zelfs wat bezeten.

Hij gaat steeds verder en verder. Uiteindelijk slaagt hij er in zijn eigen DNA te kopiëren en zo kloont hij zichzelf drie maal. Zijn drieling vernoemt hij naar de drie aartsengelen: Michaël, Rafaël en Gabriël. Opnieuw een link naar het geloof en de Bijbel. Hij is God opnieuw te slim af geweest. Zo evolueert hij steeds meer in deze wetenschap. Maar uiteindelijk wordt het hem allemaal te veel.


Hij verliest enkele veldslagen tegen deze almachtige, kwaadaardige God, en besluit het uiteindelijk op te geven. Hij verliest deze oorlog om eer, ook al dacht hij het sterkste wapen te hebben: de wetenschap.


Nick

22/03/15

Geen opmerkingen:

Een reactie posten